Dagtrip naar Dougga/Thugga
Tussen de dagen regen was er afgelopen week plotseling een prachtige dag vol zonneschijn. We besloten hiervan gebruik te maken en een dagtrip naar Dougga te ondernemen, of Thugga zoals het van oudsher werd genoemd. Een bezoek aan deze archeologische plaats stond al langere tijd op mijn wensen lijstje en het is slechts 45 minuten rijden bij ons vandaan. Toch waren we hier om de een of andere reden nog nooit geweest.
Voor de liefhebbers zal ik een klein stukje vertellen over de geschiedenis van Dougga. Vandaag de dag is het een archeologische vindplaats van meer dan 70 hectare groot, maar zijn geschiedenis gaat terug naar de 4de eeuw voor Christus. Men zegt dat het de eerste hoofdstad was van het Numidische Rijk. Een belangrijk overgebleven bouwwerk uit deze tijd is een Numidisch koninklijk mausoleum, gebouwd in de 2e eeuw voor Christus. Wereldwijd zijn er slechts vijf Numidische Koninklijke bouwwerken teruggevonden. De Numidiërs in het oostelijk deel van het Rijk waren verbonden met Carthago en tijdens de hoogtijdagen van het Carthaags Rijk leefden het Numidisch volk en de Puniërs (het Carthaags volk) naast elkaar in Thugga en groeide de stad uit tot een belangrijke handelsstad.
Na Caesars overwinning in Thapsus in 46 voor Christus viel de stad officieel onder het Romeinse Rijk. Dit resulteerde echter niet in verwoesting van de stad. In tegenstelling, Romeinse kolonisten namen hun intrek in de stad zij aan zij naast de Punisch-Numidische inwoners. En zo ontstond een heel nieuwe cultuur, de Roman-African cultuur. Met deze nieuwe cultuur ontstond er ook een nieuwe architectuur. Bijna 3 eeuwen floreerde de stad en werden er continue nieuwe bouwwerken neergezet, bekostigd door rijke families uit beide beschavingen.
Vanaf de 4e eeuw na Christus raakte Thugga, net als de hele noordwestelijke regio, in verval. Ook wel bekend als ``crumbling of the urban fabric``, wat refereert naar een lange periode waarin de stad bijna volledig verdween en er langzaam terug werd overgegaan naar een meer primitieve vorm van leven. Deze periode begon in de tijd van de vandalen (5e eeuw), continueerde onder de Arabisch-Islamitische periode en eveneens tijdens het Franse protectoraat (1881-1956). Gedurende deze laatste periode verdween de stad bijna volledig en werd een archeologische site geboren.
Met zijn meer dan 70 hectare grond en ruïnes met meer dan 17 eeuwen geschiedenis, is het nu een prominent cultureel erfgoed. Het wordt gezien als een van de beste voorbeelden van hoe een stad door verschillende culturen gevormd kan worden tot een, in dit geval, Roman-Afrikaanse stad. De excellente staat van veel monumenten en de rijke epigrafische collectie (1 van de meest belangrijke van het Romeinse Rijk), maakte dat Thugga in 1997 een plekje verdiende op de UNESCO list of World Cultural and Natural Heritage. Uiteraard zijn veel van de mooie mozaïeken die er werden gevonden naar het BARDO museum in Tunis gebracht.
Een prachtig staaltje geschiedenis dus en een bezoekje waard. Maar zoals wel met meer plaatsen in Tunesie met een rijke historie, wordt er niet veel reclame voor gemaakt en is het zeker geen toeristische trekpleister te noemen. Het begint al met het feit dat er eigenlijk nauwelijks aangegeven staat hoe er te komen. Als je het geluk hebt de plaats gevonden te hebben kom je aan bij een zeer kleine parkeerplaats waar een touringbus nog niet eens plaats zou hebben om te keren. De entreeprijs is met zijn 8 dinar voor toeristen (zo`n 2,50 euro) en 5 dinar voor inwoners van Tunesië meer een fooi te noemen en plattegronden van de site zijn niet te verkrijgen. Er is wel een klein souvenirwinkeltje, maar de kaarten die ze verkopen staat veel op, maar niets van Thugga zelf en veel meer dan een kopje koffie en een glaasje sinaasappelsap kun je er niet krijgen (overigens wel voor je neus geperst, dus heerlijk vers). Bij de grootste en mooiste monumenten is wel een bord neergezet met uitleg over het object, dus helemaal zonder informatie lopen doe je er niet.
Wij brachten vrijwel de hele middag door op de site. En waar wij genoten van de prachtig bewaard gebleven mozaïeken, tempels, badhuizen, theaters en andere gebouwen, vermaakten de kinderen zich terwijl ze op avontuur waren in ondergrondse gangen, klauterden over de vele stenen en lachten om de bijzondere toiletten die we her en der tegenkwamen. Tijdens het ronddwalen door de eeuwenoude straatjes en onder de prachtige olijfbomen kwamen we buiten een herder met zijn kudde schapen weinig andere toeristen tegen. Het kostte in ieder geval geen moeite om foto`s te maken waar geen horden toeristen voor het te fotograferen object stonden ;) Natuurlijk is dit wel enorm sonde. Niet alleen omdat ik persoonlijk denk dat het minstens net zo mooi en misschien nog wel groter is dan veel beroemde plaatsen elders in het voormalig Romeinse Rijk en dus zeker het bezoeken waard, maar ook omdat ze als ze meer inkomen zouden genereren, van dat geld weer nieuwe opgravingen kunnen betalen, want ruim 60 hectare ligt nog gewoon onder de grond!
Na afloop van onze lange middag lopen hadden we allemaal zere benen en vonden we dat we wel een lekkere maaltijd hadden verdiend in het naast gelegen restaurantje. Deze had een prachtige tuin en we bestelden twee keer gegrilde kalkoen. Wat we toen allemaal kregen had wel iets weg van een 5 gangen diner. We kregen niet alleen twee enorme borden met kalkoen, frietjes, rijst en groenten, er werd ook chorba (Tunesische soep) geserveerd met brood en verschillende salades en nadat we alles op hadden kregen we nog eens vers fruit en de Tunesische Thé a la menthe. Een waar koningsmaal dus, waar we heerlijk van smulden.
Op de terugweg in de auto vielen beide kinderen uitgeput in slaap en genoten wij heel even van de rust..