Stedentripje Bizerte

Afgelopen week had Zied, de broer van Mounir, een weekje vakantie. We besloten van de gelegenheid gebruik te maken om een aantal daagjes weg te gaan. De plaats van bestemming was snel gekozen. Ik wilde namelijk dolgraag Ichkeul National Parc bezoeken voor de zomer begint. Een perfecte uitvalsbasis voor dit bezoek is Bizerte. Het is een badplaats aan de Noordkust en veel minder overladen met toeristen dan de plaatsen aan de Oostkust. Het is de oudste en meest Europese stad van Tunesië en werd gesticht rond 1000 voor Christus door de Feniciërs. Nadien kwam de stad achtereenvolgens onder invloed van Carthago, de Arabieren, de troepen van keizer Karel V, de Turken en uiteindelijk vanaf 1881 de Fransen. Na de onafhankelijkheid van Tunesië in 1956 bleef Bizerte nog tot 1963 onder Franse controle. 

We vonden een leuk budget appartementje aan zee, niet ver van het oude centrum. Perfect voor ons gezelschap. We vertrokken dinsdag halverwege de ochtend om na een rit van ongeveer 3 uur aan te komen op bestemming. Het appartement zelf stelde niet veel voor, maar dat konden we voor de prijs ook niet verwachten. Het lag in een gebouw dat er op zichzelf best aardig uit zag, maar omgeven was door oude vervallen appartementencomplexen waar de verf aan alle kanten afbladderde. Gelukkig was het beloofde uitzicht op zee niet gelogen en konden we dus wegkijken van de lelijkheid om ons heen. Het appartement was ruim en er ontbrak niets. De dekens en kussens die we uit de kasten konden halen om op de bedden te leggen bestonden uit een bij elkaar geraapt, smoezelig uitziend zooitje, maar ze roken fris. Niet teveel bij nadenken dus en de kinderen waren blij met de bloemetjes dekens en bootjes kussens die ze hadden uitgezocht ;) Verspreid over het appartement lagen persoonlijke spullen. Scheermesjes, tandenborstel en haarborstel in de badkamer, slippers in de hal, kasten vol rommel en de lege flessen waren duidelijk al een tijdje niet weggebracht. Desondanks zag alles er op het oog best schoon uit. En ach, inmiddels zijn we de luxe en comfort van Nederland al wel ontwend, dus wat maakte het ook eigenlijk uit. En, de locatie was perfect! Ongeveer 5 minuutjes lopen van het oude stadscentrum en direct aan zee. 

Na het uitladen van de spullen besloten we direct even richting de stad te lopen. Na een paar minuten passeerden we Parc Aladdin. Een mini pretpark waar je vrij naar binnen kon lopen en voor iedere attractie apart een kaartje kocht. Meer een soort kermis dus, maar dan permanent aanwezig. De kinderen kregen geen genoeg van de ritjes in de achtbaan, de zweefmolen en alle andere attracties. Met de belofte van een ijsje op te terugweg konden we ze nog weglokken, maar de stad hebben we niet meer gezien die eerste dag ;)

De volgende dag stond dan wel een bezoek aan de stad op de planning. Het waaide vrij hard, maar gelukkig was het niet koud en ook brak de zon af en toe lichtjes door het wolkendek heen. We liepen de stad binnen bij de schilderachtige oude haven waar kleine vissersbootjes langs de kade deinen, gekleurde huisjes het uitzicht vormen en dikke muren van de oude kasba en ksibah de entree vormen. Een prachtig, romantisch plekje en ik was op slag verliefd op deze stad. Terwijl we rond de haven slenterden en een kopje koffie dronken, vermaakten de kinderen zich met visjes kijken en met de lokale zwerfkatten. 

We slenterden verder door de straatjes van de oude medina. De smalle straatjes waren nagenoeg verlaten, op een enkel winkeltje na. Hoe anders deed deze medina aan dan de drukbezochte, toeristische medina`s waar we meestal komen. Het leven speelt zich hier duidelijk niet af in de medina, maar op het drukke marktplein waar dagelijks zowel overdekte als een openlucht souk is. We kochten er voor de meiden een grote suikerspin bij 1 van de vele mobiele eetkarretjes waar ze gretig hun tanden in zetten. Tot slot betraden we de kasba. Het met 10 meter hoge ommuurde fort stamt uit de 17de eeuw en is daarmee de oudste wijk van Bizerte. Er is slechts 1 ingang en eenmaal binnen waan je je in een doolhof van oude straatjes en steegjes met schattige wit/blauw gekleurde huisjes. We zochten nog een tijdje naar de toegang tot de dikke muren, waar je volgens de reisgidsen op kon lopen, maar tevergeefs. Nadat we navraag hadden gedaan bleken de muren al jaren gesloten en niemand wist precies wanneer en waarom dit besluit was genomen. Helaas geen mooie uitzichten over de kasba en de haven dus. 

Na al dit geslenter en gekijk waren de kinderen wel toe aan een beetje vertier. Gelukkig was er net buiten de stadsmuren genoeg te doen voor ze, want op een stukje gras stonden een springkussen, een mini versie van monkey town, een draaimolen en nog enkele andere speel apparaten. Top om even wat energie te lozen dus! Inmiddels was het al flink laat geworden en keerden we terug naar het appartement. 

Op donderdag stond dan eindelijk het bezoek aan national park Ichkeul op het programma. Het staat sinds 1980 op de Unesco World Heritage lijst vanwege het bijzondere meer dat zich in het park bevindt, waar vele trekvogels ieder jaar neerstrijken. Het bijzondere aan het meer is dat het in de winter tijdens het regenseizoen voornamelijk uit zoet water bestaat door het regenwater uit de bergen, maar wanneer het in de hete zomers droger is stroomt zout water uit het naastgelegen meer naar binnen en wordt het water overwegend zout. Dit brengt uiteraard een bijzonder ecosysteem met zich mee. Naast de vele vogels (met name dus tijdens het trekvogel seizoen) bevinden zich onder andere otters, waterbuffels en wilde katten in het park. Na bijna een uur in de auto arriveerden we bij de poort. Verder dan de poort kwamen we echter niet. Het park is blijkbaar 2 jaar geleden om onduidelijke redenen voor toeristen gesloten en zonder toestemmingspapieren van de office in Tunis kom je er niet meer in. We probeerden ons nog lieflijk naar binnen te kletsen, maar tevergeefs. En zo maakten we teleurgesteld rechtsomkeert. 

Het alternatieve programma bood echter wel troost. Een luxe lunch in, naar het schijnt, één van de beste visrestaurants van Tunesië: Sport Nautique. Een luxe restaurant met uitzicht op de nieuwe haven waar voornamelijk visgerechten, maar ook enkele vleesgerechten worden geserveerd. Tevens éen van de weinig restaurants in de stad waar ook alcohol geschonken wordt. De kinderen gedroegen zich wonderwaar goed in het restaurant en dus konden we echt genieten van de heerlijke witte wijn, oesters, calamares en spaghetti fruit mer. Een kleine troost na de teleurstellende dichte poort van het park waar ik zo graag wilde wandelen. 

`S middags besloten we een bezoek te brengen aan de Ksibah. Een klein fort tegenover zijn grote broer de Kasba. Tegenwoordig bevindt zich binnenin een klein Océanographic museum en heeft het een terras op het dak waar je een mooi uitzicht hebt op de haven. Het museum viel echter wel wat tegen. Er waren enkele kleine aquaria met goudvissen en guppies, een bak met schildpadden en wat schaalmodellen van oude boten. Het café was er niet meer, of althans in ieder geval nu niet geopend, maar gelukkig konden we wel het dak op voor een mooi uitzicht over de haven. We aten uiteraard nog een lekker ijsje op het plein en sloten de dag af met nog een bezoekje aan parc Aladdin. 

Vrijdagochtend was het alweer tijd om terug naar huis te gaan, maar natuurlijk niet voordat we voet op het strand hadden gezet. Er stond een forse wind, maar dat weerhield de kinderen er niet van om even in het zand te graven. Het helblauwe water zag er prachtig uit dus als het weer straks beter wordt zullen we zeker nog eens terugkomen om de prachtige stranden te bezoeken en nogmaals te genieten van dit idyllische stadje.