Familiebezoek deel 3: Douz en Jbil national park (Sahara)

Op 6 mei was het dan eindelijk zover! Onze 3 daagse Sahara tour begon. Op verzoek van papa behoorde dit tot de must do tijdens de 2 weken dat ze in Tunesië waren. We begonnen wel met een kleine tegenslag, want door de hevige wind werd de start van onze trip met enkele uren uitgesteld. Misschien uiteindelijk wel een geluk bij een ongeluk, want blijkbaar hadden we ergens een virusje opgepikt en zo hadden we de ochtenduren de tijd om genoeg diarree remmers en ORS aan te schaffen en in de tas te stoppen ;) En ondanks dat we gedurende deze drie dagen allemaal (op Yara na, die is immuun voor alles) zo`n 24 uur van het virus mochten genieten heeft het de pret absoluut niet mogen drukken.

Nadat we opgepikt waren in ons hotel kregen we eerst een uitgebreide lunch in een schattig restaurantje in Douz. Nadien vertrokken we dan eindelijk in de 4x4 met chauffeur. Douz wordt ook wel de poort naar de woestijn genoemd, maar volgens mij is de woestijn redelijk aan terrein aan het winnen en begint die inmiddels ver voor de poort ;) De meeste straten zijn al volledig bedekt met zand en bij sommige huizen vraag ik me af of de deur nog wel geopend kan worden door de immense hopen zand die de weg naar binnen versperren. Dit alles achter ons latende reden we al snel het volledige niemandsland van de Sahara binnen. Initieel reden we over iets waarvan her en der duidelijk werd dat dit een geasfalteerde weg moest zijn, maar ondanks de zandschuivers die we onderweg tegenkwamen lijkt ook hier de woestijn de baas. Al snel ging de weg over in een onverharde zandweg waar bij tijd en wijle met een beetje geluk nog een bandenspoor te ontdekken was, maar meer ook niet. Onderweg keken we onze ogen uit. Bij woestijn denk je vaak toch aan die enorme zandheuvels zonder enige begroeiing of vorm van leven, maar niets blijkt minder waar. Sterker nog slechts 15-20% van de sahara bestaat uit deze zandverstuivingen, de zogenoemde ergs. De rest van de Sahara bestaat voornamelijk uit rotsachtige gebieden en bergketens van vulkanische oorsprong. Onze reis begon dan ook langs zanderig laagland begroeid met voornamelijk lage doornstruiken waar we menig dromedaris van hebben zien kauwen. Blijkbaar is dit een prima voedingsbron voor ze, want overal kwamen we kuddes tegen die zich tegoed deden aan deze stekelige planten. Langzaam veranderde het landschap in rotsachtige bergen waarvan we eindeloos ver de leegte in konden staren zonder ook maar iets anders te zien dan rotsen. Tegen de tijd dat we Jbil national park betraden onderging de omgeving wederom een gedaanteverandering. Het park ligt namelijk bijna volledig in de Grand Erg Oriental, een zeer grote erg (zandduinen dus) van zo`n 600 bij 200km uitstrekkend over Tunesie en Algerije. Onze chauffeur maneuvreerde zich behendig over alle zandduinen heen tot we in de verte Timbaine zagen liggen, een soort tafelberg, maar dan midden in de Tunesische woestijn. Inmiddels waren we ruim 100km ten zuiden van Douz en begon de zon al flink omlaag te zakken. Gelukkig doemde daar achter een zandheuvel ineens een prachtig tentenkamp op: Camp Abdelmoula. Hier zouden we de nacht gaan doorbrengen. Nadat de tassen in de tenten waren gebracht kon er maar 1 ding volgen in ons programma: het zwembad. Yara had al direct een zwembad gespot midden in het kamp en uiteraard moest deze worden getest. Na de nodige verfrissing was het tijd voor een spectaculair vervolg. Gewapend met snowboard klommen we de hoge zandbergen op om in sneltreinvaart weer naar beneden af te dalen, ofwel sandboarding. Beide meisjes genoten met volle teugen van deze nieuw ontdekte sport, maar na een paar keer konden wij onze tongen niet meer van onze schoenen krijgen van alsmaar weer beklimmen van al dat zand. En terwijl de meiden nog een laatste keer naar beneden zoefde besloot ik van bovenaf de prachtige zonsondergang te aanschouwen alvorens we aanschoven in de grote tent voor een heerlijk diner. En hoewel we met eigen ogen hadden gezien hoe het brood in het zand en de kolen was gebakken konden we geen zandkorrel terugvinden tijdens het eten, maar smaakte het juist wonderbaarlijk lekker! We bleven nog even rond het kampvuur zitten om te genieten van de stilte en de heldere hemel vol sterren, maar al snel begon het virus weer parten te spelen en zochten we ons heerlijk bedje op. En hoewel we er `s nachts allemaal noodgedwongen een aantal keer uit moesten, was dit absoluut geen straf om iedere keer even te mogen genieten van deze onbeschrijflijke en ongelooflijk mooie nacht in de woestijn. 

De volgende dag wachtte ons een heerlijk ontbijtje alvorens we weer in de 4x4 stapten om opnieuw van de prachtige natuur te mogen genieten. We werden naar 4 dromedarissen gebracht, ons volgende vervoersmiddel van vandaag. Het deel van de tour waar met name Yara enorm naar had uitgekeken. Weinig verassend was het ook Yara die er het snelste genoeg van had en besloot om een tijdje naast de dromedarissen mee te lopen in plaats van op hun rug mee te schommelen. Gelukkig kwam ons volgende kamp nadien al snel in zicht en kregen we allemaal weer vaste grond onder de voeten. Want eerlijk is eerlijk, zo`n dromedaris is een prachtige manier om door de woestijn te reizen, maar heel erg comfortabel is het niet ;) Op het kamp stond er wederom een heerlijke maaltijd klaar en genoten we na deze late lunch de rest van de middag in en rondom het kamp. Tegen de avond kregen we wederom heerlijk brood uit het zand en vermaakten de kinderen zich met de tientallen enorme woestijnkevers die tevoorschijn kwamen. Na wederom een prachtige zonsondergang, een heerlijk diner en gezelligheid rond het kampvuur zochten we onze bedjes op voor nog een nacht ultieme rust en stilte. 

De volgende ochtend besloot ik vroeg op te staan om de zonsopgang te zien en zat ik om 5.15 uur op een zandheuvel te genieten van de stilte en de prachtige kleuren waar de woestijn zich in hulde. Na het ontbijt was het tijd om terug te keren naar Douz. Omdat mama de dag voordien bij het opstaan van de dromedaris lelijk ten val was gekomen werd er geregeld dat zij met de auto terug mocht. Mounir pakte deze kans met beide handen aan en besloot haar gezelschap te houden. Papa en de meisjes en ik klommen terug op de dromedaris voor een ruim 2 uur durende tocht terug naar het hotel. Het was die dag windstil en bloedheet, maar we genoten met een grote G. Voor de meiden was het geschommel zelfs zo ontspannend dat ze voorop de dromedaris in slaap vielen. Rond de lunch kwamen we terug bij het hotel waar we met zijn allen het zwembad indoken om de hitte en het zand van ons af te spoelen. Het zwembad wat 3 dagen eerder overigens volledig bedekt was met zand, was nu weer brandschoon. Het kan toch niet anders dan frustrerend zijn, zo`n hotel in de woestijn waar je na iedere zandstorm een grote schoonmaak moet houden!

`s Middags moesten er plannen gemaakt worden voor het vervolg van onze reis. Omdat de weersvoorspelling overal behalve in het zuiden slecht was besloten we een dag langer in Douz te blijven. We gebruikten deze dag om een wandeling door de palmenoase te maken. En hoewel ook deze oase bestaat uit dadelpalmen was er een duidelijk verschil met die uit Tozeur. Twee eigenlijk: er liepen geen toeristen ;) en er waren uitsluiten dadelpalmen en er groeide nauwelijks andere bomen/planten tussen. Desalniettemin was ook deze oase prachtig en genoten we van de mannen die hoog in de bomen de palmen handmatig aan het bevruchten waren. Om een zo goed mogelijke oogst te krijgen worden de vrouwelijke palmen namelijk allemaal handmatig bestoven met mannelijke zaadjes. De wandeling eindigde in het centrum van Douz, waar we een ijsje aten en op een leuk pleintje genoten van een heerlijke citroenlimonade alvorens we de taxi terug naar het hotel namen voor een verfrissende duik in het zwembad! Nadien was het weer inpakken geblazen want de volgende dag stond een lange reis gepland: volgende bestemming: Hammamet.